Teaching & Learning Lab

Inspiratiecafé

Nieuws

Terugblik op inspiratiecafé Interdisciplinair onderwijs

Tijdens het laatste Inspiratiecafé van collegejaar 21/22 kwamen geïnteresseerden en onze spreker weer samen in de onderwijszaal van het Teaching & Learning Lab. Met een koud drankje erbij en de airco aan vertelde dr. Fred Wiegant, hoofddocent evolutionaire biologie, op deze warme dag over interdisciplinair werken en de toepassing daarvan in het onderwijs.

Wat is interdisciplinair werken?
Wiegant startte zijn verhaal door de aanwezigen te vragen een metafoor te bedenken voor interdisciplinariteit. Na wat overleg kwam Wiegant zelf met de volgende metafoor: een discipline zou je kunnen zien als een enkel ingrediënt (bijvoorbeeld aardappels), multidisciplinair werken als een AVG’tje en interdisciplinair werken als een stoofpot waarbij alle ingrediënten door elkaar zijn gemengd. Aan de hand van dit metafoor legt hij uit wat interdisciplinair werken inhoudt. “Het gaat verder dan wat een discipline zelf uitvoert”, vertelt hij. Interdisciplinair werken maakt gebruik van disciplinaire gegevens – zoals een stoofpotje meerdere ingrediënten nodig heeft – met het doel om de inzichten van deze disciplines te integreren en tot een nieuw inzicht te komen. Deze strategie is ideaal wanneer het gaat om een probleem wat te breed of te complex is om vanuit één discipline op te kunnen lossen.

Interdisciplinair werken in het onderwijs
Vervolgens vertelde Wiegant hoe docenten interdisciplinair werken kunnen toepassen in het onderwijs. Er zijn meerdere theorieën en frameworks opgesteld om aan te geven welke eigenschappen, vaardigheden en stappen nodig zijn om interdisciplinair werken in het onderwijs waar te kunnen maken, welke te vinden zijn in het boekje Interdisciplinary Orientation.

Wiegant legt interdisciplinair leren uit aan de hand van vier stappen. Voorafgaand aan deze vier stappen in het belangrijk dat deelnemende partijen (studenten, docenten) weten wat interdisciplinair werken inhoudt en dat zij begrijpen wat daarvoor nodig is. Deze “nulde” stap noemt hij interdisciplinary orientation. De eerste stap is disciplinary grounding. Deze stap beschrijft dat studenten basiskennis hebben van de betrokken disciplines en bijvoorbeeld hoe kennis in die disciplines wordt gecommuniceerd. Vervolgens gaan studenten over naar de tweede stap: perspective taking. Dit houdt in dat zij het probleem analyseren vanuit hun disciplines en kijken waar zij overeenkomsten en verschillen kunnen vinden. Tot slot gaan studenten naar de finding common ground en integration stappen. Zij kijken naar raakvlakken tussen de inzichten vanuit hun verschillende disciplines en integreren deze inzichten tot een geheel nieuw inzicht.

Een complex proces
Door in de bachelor fase al aandacht te besteden aan interdisciplinair werken en de vaardigheden die daarvoor nodig zijn, geef je als docent studenten alvast handvatten mee om in een toekomstige setting op een interdisciplinair manier te kunnen werken. “Het is onvermijdelijk dat je aan tafel komt te zitten met andere disciplines”, benadrukt Wiegant. Hij liet zien hoe zo’n interdisciplinaire samenwerking eruit kan zien en wie daarvoor nodig zijn, want deelnemers werken niet enkel aan een complex probleem maar maken ook deel uit van een complex proces.

In de toekomstige situatie bestaat het team uit deelnemers die zowel disciplinair als interdisciplinair zijn opgeleid, zodat zij vanuit hun discipline naar het probleem kunnen kijken én hun bevindingen met elkaar kunnen vergelijken. Daarnaast heeft het team in de optimale situatie ook een zogenaamde bridger. Deze persoon is interdisciplinair opgeleid en weet daarnaast wat voor soort vragen die moet stellen zodat het team tot een oplossing voor het complexe probleem kan komen. “Enkel dDe bridger is in staat om de inzichten van het team te combineren en tot een groot overkoepelend inzicht te komen”, legt Wiegant uit. Voor een uitgebreide uitleg van dit interdisciplinaire proces kun je Interdisciplinary Orientation raadplegen.

Hoe beoordeelt een docent interdisciplinaire producten?
Een grote uitdaging voor dit type onderwijs is vervolgens het beoordelen van het werk van studenten. Wiegant legt uit hoe dit gebied in ontwikkeling is en dat er verschillende rubrics en strategieën zijn om interdisciplinair werken te beoordelen. Het is voornamelijk de vraag wat je wil beoordelen. Wil je het proces beoordelen? Of juist het product? En welke onderdelen van het proces/product moet je dan beoordelen? “Dat zijn vragen die je als docent moet beantwoorden”, voegt Wiegant toe. In het boekje is de Rubric interdisciplinary competencies opgenomen, welke gebruikt kan worden om een interdisciplinaire samenwerking te beoordelen. Wiegant eindigt te benadrukken dat er op dit gebied nog veel is om uit te proberen en dat het vooral belangrijk is om als docent je leerdoelen te bepalen.

Wil je meer weten?
– Heb je vragen over Interdisciplinair onderwijs? Meld je aan voor de SIG Interdisciplinariteit door een mail te sturen naar cat@uu.nl.
– Wil je meer weten over de CAT-Leergang Interdisciplinary education? Neem dan contact op met prof. dr. Iris van der Tuin.
– Wil je gebruik maken van ruimtes van het Teaching and Learning Lab? Kijk voor meer informatie op deze pagina.

Repko, A. F., & Szostak, R. (2021). Interdisciplinary research: process and theory (Fourth). SAGE Publications.

Auteur: Robin Bos, masterstudent Science Education and Communication aan de Universiteit Utrecht