Symposium on the history of water landscapes (in Dutch)

Symposium donderdag 30 maart 2023

Grenzen en  grienden. Sociaal-ecologische en andere aspecten van de geschiedenis van rivieren- en kanalenlandschappen

Organisatie: Vereniging voor Waterstaatsgeschiedenis – EHCA

Locatie: Vrije Universiteit Amsterdam, ZaalHG-14A33 (Hoofdgebouw, De Boelelaan 1105)

Toegang gratis, wel aanmelden i.v.m. catering: waterstaatsgeschiedenis@hotmail.nl

Informatie: Petra van Dam, hoogleraar Water- en Milieugeschiedenis VU: p.j.e.m.van.dam@vu.nl

Programme

13.30 -14.15 u

Dr. Jim van der Meulen, Huygens Instituut, Amsterdam – Universiteit Gent

Water(heer)schap: adellijke elites, knotwilgen en nieuw land in het Gelderse rivierengebied

14.15-15.00 u

Berco Hoegen, Staatsbosbeheer – Kenniscentrum Landschap, Rijksuniversiteit Groningen

Grienden op een gradiën: van Heuvelland via het Gelderse rivierengebied tot de Biesbosch

15.00-15.30 u pauze

15.30-15.15 u

Ir. Ton Burgers, onafhankelijk onderzoeker

Van de Schelde naar de Rijn: de Waterwegruzies tussen Nederland en België

16.00 u sluiting

Samenvattingen 

Water(heer)schap: adellijke elites, knotwilgen en nieuw land in het Gelderse rivierengebied 

Voor deze lezing reizen we af naar het Gelderse rivierengebied van de vijftiende en zestiende eeuw. De waterschappen speelden een rol van betekenis in het beheren van de balans tussen water en land in het toenmalige hertogdom Gelre (1339-1795). Maar de waterschappen waren niet de enige waterstaatkundige instellingen. Adellijke elites beheersten substantiële porties van het rivierenlandschap in de vorm van zogenaamde heerlijkheden. Op grond daarvan deelde de landadel in de lusten en de lasten van het plaatselijke waterbeheer. Zo waakten ze over de gezondheid van hun plaatselijke knotwilgen en bemoeiden zich met aan- en opwassen. Procesverslagen en kaartenmateriaal geven een unieke kijk in de toenmalige ‘waterheerschappij’. De lezing is gebaseerd op Van der Meulens lopende onderzoek naar sociale elites en ‘natuurbehoud’ tijdens de late middeleeuwen en vroegmoderne periode. 

Grienden op een gradiënt; van Heuvelland via het Gelderse rivierengebied tot de Biesbosch 

Grienden zijn percelen die ingeplant zijn met wilgenstekken. In een cyclus van 1 tot 2 jaar worden de wilgentenen gesneden, dit wordt snijgriend genoemd. Hakgrienden worden in de regel om de vier jaar gehakt, het geoogste wilgenhout is langer en dikker. In deze presentatie geef ik enige eerste resultaten van mijn onlangs aangevangen promotieonderzoek naar de geschiedenis van grienden in Nederland. 

De  Biesbosch kan gezien worden als het centrum van de vroegmoderne griendteelt, het ging daarbij in hoofdzaak om buitendijkse gronden, en dit blijft het zwaartepunt in latere tijden. Eind 19e eeuw is de griendcultuur op een hoogtepunt, buiten de Biesbosch komen dan ook binnendijkse grienden voor in Gelderland en in Utrecht.  

Er is gekozen voor drie case-study’s; de Biesbosch, delen van het Gelders rivierengebied en Limburg. Onderzoeksvragen betreffen de handel in wilgentakken, de gebruikte wilgensoorten en de toepassingen van verschillende sortimenten wilgenhout. 

In dit paper ga ik in op opbrengststaten van de Rijksgrienden over de periode 1920 – 1950. Ze geven een inkijk in het griendbedrijf, in het bijzonder gericht op de productie van rijshout voor de aanleg van dijken in de Zuiderzee. Ter vergelijking kijk ik naar de dorpsgriend in Waardenburg, waarvan opbrengstrekeningen bewaard zijn over de periode 1729-1805. Hierin worden prijzen genoemd van verkopingen van griend, maar ook van onderhoudswerkzaamheden. Deze eerste resultaten geven een idee in welke richting mijn onderzoek naar de plek van de grienden in de Nederlandse samenleving zich gaat ontwikkelen. 

Van de Schelde naar de Rijn: de Waterwegruzies tussen Nederland en België 

Het leek nooit meer goed te komen tussen België en Nederland, na de sluiting van de Schelde in 1585. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog wilde de Spaanse Infanta een kanaal van Antwerpen naar de Rijn: de Fosse Eugenia. Dat was daarna ook de wens van Napoleon: een Grand Canal naar zijn belangrijkste oorlogshaven. Tijdens het Verenigd Koninkrijk bouwde Willem I de Zuid-Willemsvaart die Luik met Rotterdam verbond, niet met Antwerpen. Na de scheiding in 1839 bouwde België die verbinding zelf: het Kempenkanaal. In het westen kwam er ruzie toen Nederland het Kreekrak afsloot. In het oosten kwam er ruzie over de Maas en de verbinding van Luik naar zee. In deze lezing beschouwen we de problemen die er waren tussen Nederland en België bij de ontwikkeling en het gebruik van grensoverschrijdende waterwegen. 

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

Create a website or blog at WordPress.com

Up ↑