Hoge verwachtingen helpen om meer én beter te leren

Docent helpt leerling in de klas

Mensen leren meer als je laat zien dat je hoge verwachtingen van ze hebt. Sterker nog, mensen leren hierdoor ook beter, omdat ze gestimuleerd worden om in zichzelf te geloven en het meeste uit zichzelf te halen. Deze theorie van hoge verwachtingen speelt dan ook een grote rol bij beeld- en didactisch coachen, dat zich kenmerkt door dezelfde positieve insteek. Wat is beeld- en didactisch coachen precies? En op welke manieren kun je hoge verwachtingen laten zien?

Wat is beeld- en didactisch coachen?

Beeldcoaching is een instrument dat helpt bij de professionele ontwikkeling van bijvoorbeeld docenten, begeleiders en leidinggevenden. Didactisch coachen is het planmatig en doelgericht coachen, waarbij je het denken van de lerende stimuleert op een motiverende manier die leerbevorderend werkt. Door beeldcoaching en didactisch coachen te combineren, kun je iemand systematisch coachen door feedback te geven op en vragen te stellen over videobeelden van de eigen werkpraktijk.

Beeld- en didactisch coachen focust op wat er goed gaat, en niet op wat er minder gaat.

Door het maken, bekijken en analyseren van video-opnames krijg je meer inzicht in je eigen handelen. Vervolgens bedenk je verbeterstappen die je toepast in de praktijk, en reflecteer je hier opnieuw op. Door naar beelden te kijken, is het makkelijker om een gesprek te voeren over wat er te zien en te horen is. Ook kun je makkelijker de verdieping zoeken, door bepaalde beelden vaker terug te halen en in te zoomen op specifieke fragmenten en gedragingen.

Kenmerkend voor beeld- en didactisch coachen is het focussen op dat wat al goed gaat, en niet de nadruk te leggen op wat er minder goed gaat. Deze positieve insteek is een vorm van 'het hebben van hoge verwachtingen'.

> Zelf beeld- en didactisch coach worden? In november start een nieuwe opleiding.

Hoe kun je hoge verwachtingen laten zien?

Er zijn verschillende manieren waarop je de lerende je hoge verwachtingen kunt laten zien. Belangrijk is dat het bij hoge verwachtingen gaat om wat er mogelijk is in het hier en nu, zodat een lerende meer zelfvertrouwen krijgt in de eigen handelingsbekwaamheid. Het gaat dus niet om onrealistisch hoge verwachtingen in de (verre) toekomst.

In haar lectorale rede “Hoge verwachtingen gaan over (n)u” beschrijft Lia Voerman vier interventies vanuit het laten zien van hoge en lage verwachtingen in het voortgezet onderwijs (gebaseerd op Rosenthal & Jacobson 1968, Rubie-Davies 2015 en Wang, Rubie-Davies & Meissel 2018). Deze interventies zijn ook toepasbaar in (onderwijs)situaties buiten het vo-veld.

1. Geef korte, specifieke en doelgerichte feedback, het liefst over de voortgang van de lerende (positief > negatief)

Leraren geven de leerlingen van wie ze een hoge verwachting hebben vaker de beurt, wachten langer op een antwoord, zijn minder snel tevreden met een antwoord en vragen vaker door (tabel 1).

Tabel 1: Vragen stellen bij hoe en lage verwachtingen van leerlingen
 Hoge verwachtingenLage verwachtingen
Tijd om te antwoordenLeraren wachten langer op een antwoordLeraren wachten niet heel lang op een antwoord
Gedrag na een verkeerd antwoordLeraren herhalen of parafraseren de vraag: ze helpen om het antwoord te vindenLeraren geven een aanwijzing of geven iemand anders de beurt
Aantal beurtenLeraren geven deze leerlingen bij klassikale vragen vaker de beurtLeraren geven deze leerlingen bij klassikale vragen minder vaak de beurt
Tevredenheid met antwoordLeraren zijn minder snel tevreden met een antwoord en vragen vaker doorLeraren zijn snel tevreden, ook met een half-goed of fout antwoord


2. Stel open vragen op inhoud, leerstrategieën, leerstand (modus) en persoonlijke kwaliteiten

Verder herhalen of parafraseren deze leraren de vraag en helpen om het antwoord te vinden. Ze geven meer specifieke feedback, meer positieve feedback en minder negatieve feedback (tabel 2).

Tabel 2: Feedback geven bij hoge en lage verwachtingen van leerlingen
 Hoge verwachtingenLage verwachtingen
Negatieve feedbackLeraren geven minder negatieve feedbackLeraren geven meer negatieve feedback
Positieve feedbackLeraren geven meer positieve feedbackLeraren geven minder positieve feedback
Specifieke feedbackLeraren geven meer specifieke feedback, zowel positief als negatiefLeraren geven minder specifieke feedback, zowel positief als negatief

3. Minimaliseer aanwijzingen om studenten de kans te geven zelf na te denken

Deze leraren geven hoogwaardige aanwijzingen met meer inhoud, geven meer autonomie, en laten meer zelf uitproberen (tabel 3).

Tabel 3: Aanwijzingen geven en helpen bij hoge en lage verwachtingen van leerlingen
 Hoge verwachtingenLage verwachtingen
Inhoud van de aanwijzingenLeraren geven hoogwaardige aanwijzingen met meer inhoudLeraren geven meer aanwijzingen
ZelfstandigheidLeraren geven meer autonomie, laten meer zelf uitproberenLeraren laten leerlingen minder zelfstandig werken, zitten 'er meer op'

4. Wees vriendelijk, en geef aandacht aan de lerende

Deze leraren zijn vriendelijker, hebben meer oogcontact, glimlachen vaker, geven meer aandacht, plaatsen leerlingen dichter bij hun bureau, hebben meer onderonsjes en geven hogere cijfers (tabel 4).

Tabel 4: Non-verbaal uiten van hoge en lage verwachtingen van leerlingen
 Hoge verwachtingenLage verwachtingen
AandachtLeraren geven meer aandacht, plaatsen de leerlingen dichter bij hun bureau, hebben meer onderonsjes met hen en geven deze leerlingen hogere cijfersLeraren geven minder aandacht, plaatsen leerlingen verder bij hen vandaan, hebben minder onderonsjes met hen en geven deze leerlingen lagere cijfers
VriendelijkheidLeraren zijn vriendelijker, hebben meer oogcontact met hen en glimlachen vakerLeraren zijn minder vriendelijk, hebben minder oogcontact met hen en glimlachen minder vaak

Al deze interventies van leraren worden gezien als een concretisering van "het hebben van hoge verwachtingen" en geven leerlingen meer kansen om te leren en tot betere leerresultaten te komen [Rosenthal & Jacobson 1968; Rubie-Davies 2015; Wang, Rubie-Davies & Meissel 2018]. 

‘Actiepunten verbinden aan ontdekkingen’

Door beeldcoaching te integreren met didactisch coachen, geeft dit een instrument in handen waarmee je de lerende hoge verwachtingen kunt laten zien in het hier-en-nu. De positieve insteek die wordt gehanteerd bij beeld- en didactisch coachen is gericht op het versterken van geslaagde interacties en interventies, en geeft daarmee vertrouwen in eigen kunnen.

Een coachee zei hierover: “Na het stapje bewustwording stopte het proces in mijn hoofd. Mijn beeldcoach heeft ervoor gezorgd dat ik verder dan dat kon denken door door te vragen en mij actiepunten te laten verbinden aan mijn ontdekkingen. Daarnaast gaf de zeer specifieke feedback (en complimenten) mij inzicht in wat ik al goed deed, zelfs als ik daar niet zo bewust mee bezig was. Dit bood vervolgens de mogelijkheid om deze vaardigheden verder uit te bouwen of bewuster in te zetten.” 

Kortom, stel jezelf eens de vraag wat jij kunt doen om te laten zien dat je hoge verwachtingen hebt van een lerende, in het hier en nu?

Zelf beeld- en didactisch coach worden

Ben je een professional die mensen begeleidt bij hun ontwikkeling, en richt je je graag op wat er goed gaat? Dan is de nieuwe opleiding tot Beeld- en Didactisch Coach iets voor jou. Je leert de basisvaardigheden van didactisch coachen integreren met beeldcoaching, en wordt opgeleid tot een erkende ‘beeld- en didactisch coach’. De opleiding start in november 2023.
Meer informatie.

Literatuur

Rosenthal, R., & Jacobson, L. (1968). Pygmalion in the classroom: teacher expectations and pupils’ intellectual development. New York: MSS Modular Publications.

Rubie-Davies, C. (2015). Becoming a high expectation teacher. Raising the bar. London & New York: Routledge.

Voerman, L. (2021). Hoge verwachtingen gaan over (n)u. De invloed van de verwachtingen van leraren op het leren en de motivatie van hun leerlingen. (Openbare les).

Wang, S., Rubie-Davies, C., & Meissel, K., (2018) A systematic review of the teacher 85 expectation literature over the past 30 years, Educational Research and Evaluation, 24, 124-179, doi: 10.1080/13803611.2018.1548798

Auteur / contactpersoon