Research School for Economic and Social History

News

In memoriam: Prof. dr. Joh. de Vries (1927-2021)

Prof. dr. Joh. de Vries (1927-2021)

Op 13 oktober 2021 overleed prof. dr. Joh. (Hans) de Vries. Hij werd 94 jaar. Hij was vijfentwintig jaar hoogleraar Economische Geschiedenis in Tilburg en wordt in Nederland gezien als wegbereider van bedrijfsgeschiedenissen die voldoen aan de normen van wetenschappelijke geschiedschrijving. In 1992 ging hij met emeritaat en in 2012 nam hij, zoals hij het noemde, ‘definitief afscheid’ van de wetenschap in een symposium dat door de Stichting Bedrijfsgeschiedenis voor hem was georganiseerd.

De Vries studeerde economie aan de UvA en promoveerde in 1959 cum laude op het proefschrift De economische achteruitgang der Republiek in de achttiende eeuw. Promotor was professor I.J. Brugmans. Het boek werd tweemaal herdrukt en is nog steeds relevant.

Vervolgens nam hij de ongebruikelijke carrièrestap om te gaan werken als freelance historicus. Dat avontuur slaagde wonderwel want hij kreeg opdrachten die onder andere leidden tot goed ontvangen gedenkboeken voor de Amsterdamse Kamer van Koophandel, de Volksuniversiteiten en de Hoogovens (Ontstaan en groei van een basisindustrie – 1968). Het laatste boek wordt genoemd als een wezenlijke vernieuwing op het gebied van de Nederlandse bedrijfsgeschiedenis.

Daarnaast werd hij in 1963 tekstbezorger van de Herinneringen en dagboeken van Ernst Heldring (1871-1954), een prominente reder en bankpresident met de bijnaam ‘onderkoning van Amsterdam’. De dagboeken beschrijven Heldrings jonge jaren en zijn leven tot 1948. Ze zijn door De Vries fraai en uitvoerig geannoteerd en geven een scherpzinnig en vaak onthullend beeld van de top van het bedrijfsleven, Heldrings contacten met Den Haag en het wel en wee van de hogere burgerij die destijds de Amsterdamse grachtengordel bewoonde. De dagboeken werden in 1970 in drie banden uitgegeven met totaal 1.900 pagina’s. Ze zullen nog veelvuldig door historici worden geraadpleegd. Gelukkig heeft de DBNL ze digitaal toegankelijk gemaakt.

Inmiddels was De Vries in 1967, 40 jaar oud, in Tilburg tot hoogleraar benoemd. Naast zijn onderwijstaken vond hij tijd voor het schrijven van gedenkboeken voor de boerenleenbanken, de Amsterdamse Effectenbeurs en de accountants in Nederland. Hij kreeg verder veel waardering voor De Nederlandse economie in de 20e eeuw. Een verkenning van het meest kenmerkende (1977). Het beleefde vier drukken en werd in het Engels vertaald. Het werd ook gebruikt in het onderwijs. In 1982 werd hij benoemd tot historicus van De Nederlandse Bank (DNB) met de titel onderdirecteur. Hij schreef er de gedenkboeken van de bank voor de tijdvakken 1917 – 1931 en 1931 – 1948. Vanaf 1982 was hij in Tilburg ook buitengewoon hoogleraar. De erkenning van zijn peers kreeg De Vries met zijn benoeming tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) in 1979.

Behalve als hoogleraar en auteur van een omvangrijk oeuvre boeken, artikelen en recensies was De Vries ook bestuurlijk actief. Zo was hij van 1979 tot 1992 voorzitter van de Werkgroep Bedrijfsgeschiedenis die zorgde voor stimulansen in het vakgebied waaronder het Jaarboek voor de geschiedenis van bedrijf en techniek (later opgegaan in het NEHA Jaarboek). Hij was promotor bij zestien dissertaties, zat regelmatig in begeleidingscommissies en was gasthoogleraar in Leuven. Verder was hij lid van het bestuur van het NIAS en voorzitter van de sectie geschiedenis van het KNAW, alsmede van de Bond van Nederlandse Volksuniversiteiten. Door zijn grote netwerk in de academische wereld en het bedrijfsleven wist hij meermalen collega’s en studenten opdrachten of aanstellingen te bezorgen.

Hans de Vries was een vriendelijk en tactvol mens en een onderhoudend causeur. Hij lachte graag en hechtte aan vriendschappen. Ondanks zijn drukke werk vond hij tijd voor zijn gezin en een gevarieerd sociaal leven. Hij hield van zijn vakanties – vele jaren ’s zomers in Zuid Frankrijk, ’s winters in de bergen. Na zijn pensionering bleef hij schrijven, in opdracht van Wolters-Kluwer en van het Ministerie van Financiën, maar ook een thriller onder het pseudoniem S.T. Olivier die was gebaseerd op de Duitse roof van het Nederlandse goud tijdens de Tweede Wereldoorlog – Goud op het spoor (2000). In 2001 publiceerde hij zijn ‘bedrijfshistorische herinneringen’ die hij, typerend voor de man, met enige zelfspot de titel gaf: Hooggebergte der IJdelheid.

Cees de Voogd

 

Foto: Wikimedia Commons, Topper74~wiki, CC-BY-SA-4.0 licentie