Gebouwen

Ventilatie in gebouwen

Voor de ventilatie in onze gebouwen volgen we de RIVM-richtlijnen. Ventilatie in de UU-gebouwen vindt op verschillende manieren plaats. Heel zichtbare manieren zijn een raam of een ventilatierooster boven een raam. Heeft een ruimte geen ventilatierooster of een raam dat je kunt openen, ventileren we de ruimte op een andere manier. Alle ventilatiesystemen van de UU voeren verse lucht van buiten aan. 

Werk of studeer je in een ruimte waar het raam open kan, zet deze dan open of op de kierstand. Zit er een ventilatierooster boven het raam? Laat deze dan openstaan.

Advies: Vermijd indien mogelijk het gebruik van het gebruik van apparaten die een sterke luchtstroom produceren, zoals ventilatoren en airconditioning-units, in een gemeenschappelijke ruimte.

Het RIVM onderstreept dat de ventilatie in gebouwen moet voldoen aan de wettelijke eisen, zoals die zijn vastgelegd in het Bouwbesluit. Bij nieuwbouw en renovatie hanteert de UU strengere eisen dan het bouwbesluit voor kantoor- en onderwijsruimten. Als in een uitzonderlijk geval een ruimte niet aan het Bouwbesluit voldoet, wordt deze ruimte gesloten. In sommige gebouwen, zoals het Hans Freudenthalgebouw, moeten in een aantal ruimten de ramen (al dan niet op de kierstand) openstaan voor voldoende ventilatie. In de uitklap hieronder vind je een complete lijst van gebouwen waarin de ramen op kierstand moeten staan.

Laboratoria

In de laboratoria kunnen de ramen niet open of op kierstand worden gezet. Dit is ook niet nodig, omdat in laboratoria de verversingcapaciteit van de ruimtelucht vele malen groter is dan in de kantoren en andere ruimten in een gebouw. Daarbij is de toegevoerde lucht 100% verse buitenlucht. De eisen van een laboratorium zijn in de basis strenger dan voor kantoren, het bouwbesluit en de huidige RIVM-richtlijnen.

Openingstijden

Voor openingstijden van de universiteitsgebouwen ga je naar deze overzichtspagina.

Voor studenten: Bekijk de openingstijden en beschikbare studieplekken op de studentensite.